Skip to main content

GGZ-instelling Stichting Arkin zorgt voor de behandeling van cliënten met een psychische en/of verslavingsaandoening in een klinische setting en als ambulante begeleiding vanuit de thuissituatie. Bij deze GGZ-instelling in Amsterdam was behoefte aan nieuwe cliëntenkamers. Deze kamers kennen specifieke eisen. Omdat die eisen soms in strijd waren met elkaar, was het een hele uitdaging om de juiste kamers te realiseren. Toch heeft een unieke samenwerking tussen leveranciers, aannemers, gebruiker/opdrachtgever en bouwprocesmanager geleid tot 4 afdelingen met in totaal 67 nieuwe cliëntenkamers, waarin alle voor de geestelijke gezondheidzorg zo kenmerkende eisen optimaal verenigd zijn. En dit alles binnen een tijdsbestek van 2 jaar.

‘Cliënten in de GGZ verblijven almaar langer thuis en zijn er ernstiger aan toe als ze terugkomen in de kliniek’, vertelt Jeroen Vervoort, projectmanager huisvesting bij stichting Arkin. In 2019 ontstond de behoefte om op een tweetal locaties de cliëntenkamers molestbestendig te maken en te voorzien van individueel sanitair. Er gebeurt elke week wel wat: een brandstichting of een incident gepaard met agressie. De kamers moeten molestbestendig, uitbraakveilig en anti-suïcidaal zijn en ook zo veel mogelijk geluiddicht en brandwerend. Dit alles binnen een huiselijke uitstraling. Tot slot moesten, vanwege een grote behoefte aan extra kamers, de kamers zo snel mogelijk kunnen worden gebouwd en mochten ze niet te zwaar zijn. De vloerbelasting in de wat oudere gebouwen is beperkt, waardoor bouwen met steenachtige wanden niet mogelijk bleek.

‘Het is begonnen met een planstudie: wat is er nodig en wat is er mogelijk? Maar ook wat gaat het kosten en wanneer kan het klaar zijn?’, vult Machteld van Waveren Hogervorst van Objectum aan. Objectum is een bouwmanagement adviesbureau dat zijn opdrachtgevers ondersteunt en adviseert vanaf de eerste vraag tot en met de uitvoering. ‘We hebben de wensen van Arkin samen met eisen vanuit de regelgeving vertaald naar een Programma van Eisen en een conceptontwerp passend binnen de bestaande gebouwstructuren’, licht haar collega Michiel Beijer toe. ‘Ook hebben we een projectaanpak uitgedacht, waarmee het plan binnen budget en planning gerealiseerd kon worden’, gaat Van Waveren Hogervorst verder.

Prefab

‘We hebben er voor gekozen om vroegtijdig de aannemers en leveranciers te selecteren. Onder andere omdat we prefab wilden bouwen om de bouwtijd te versnellen. Voor de wanden heeft Arkin ons op het pad van Faay gebracht.

Met z’n drieën zijn ze gaan onderzoeken of toepassing van prefab-wanden een optie was. En dat bleek zo te zijn. Vervoort: ‘Zo hebben we in de fabriek van Faay een testopstelling gemaakt van de wanden. Hierop hebben we een aantal proeven losgelaten, waaronder een glasparelslingertest, om te kijken of de wand bepaalde krachten aankon. Bij deze glasparelslingertest is er gekeken of een Faaywand de impact van een met glasparels gevulde zak van 50 kilo kan weerstaan. Vallen of uitglijden mag er niet voor zorgen dat een persoon zich kan bezeren. Uit die testen is de conclusie getrokken dat Faay-wanden uitermate geschikt zijn voor het maken van molestbestendige cliëntenkamers.’

Slingerproef

Proefkamers

Op het hoofdkantoor van Arkin zijn met de Faay wanden twee proef-cliëntenkamers gemaakt, beide met een prefab badkamer van Alcomel en met de prefab wanden van Faay. De gebruikers en ook de cliëntenraad konden daar zowel de wanden met diverse soorten afwerkingen als de badkamers zelf testen op de eisen t.a.v. molestbestendigheid, uitbraakveiligheid en suïcide-preventie. Ze zijn er tot in detail volop bij betrokken geweest.

Samenstelling wanden

Faay heeft de detaillering van haar IW148 speciaal voor de clientenkamers van Arkin ietwat aangepast, waarbij de wand stevig genoeg zou zijn om de glasparelslingertest te kunnen doorstaan. Bij deze test valt er een zak met glasparels met een gewicht van 50 kg op een wand. Standaard Faay-wanden worden wel met zandzakken getest maar niet met glasparels op doorvalbeveiliging.

De belangrijkste aanpassing in de detaillering van de Faay-wand zit in de stellat. Mirjam Heidekamp van Faay: ‘Normaal gesproken gebruiken we voor een isolatiewand twee losse houten stellatten om een dubbele wand op te bouwen uit VP54 (of VP70). In dit geval hebben we een stellat uit één stuk gemaakt, met daartussen verlijmd een vuren balk en beplakt met airexband.’

De gangwanden zijn zonder isolatie ertussen toegepast. Dit was niet nodig voor voldoende brandwerendheid en geluidsisolatie. Bovendien liet de beschikbare spouwruimte van 10 millimeter extra isolatiemateriaal niet toe. De scheidingswanden tussen de kamers zijn met isolatie ertussen gemonteerd volgens de standaard detaillering van Faay. Door hun samenstelling hebben deze wanden voldoende geluidswering naar naastliggende kamers of ruimtes. Verder zijn de wanden dubbelzijdig afgewerkt met een vezelversterkte plaat.

Sterk, snel, en licht

Vanwege een tekort aan cliëntenkamers was snelheid van bouwen belangrijk. Naast de keuze voor prefab-wanden heeft een goed uitgedachte planning door het projectteam dit mogelijk gemaakt. Zo zijn in de kliniek op het Jan Thoméepad in 15 weken tijd 15 nieuwe kamers gebouwd. Vervolgens zijn in Kliniek Nieuwe Meer in 40 weken tijd 3 afdelingen met in totaal 52 kamers en bijbehorende ruimten als zorgposten, huiskamers en High Intensive Care (HIC)-units gerealiseerd. Met uitzondering van de HIC-units zijn alle wanden met Faay-wandpanelen uitgevoerd.

Naast het voordeel in de bouwsnelheid kon met het lichtgewicht droogbouw wandsysteem van Faay ook voldaan worden aan het maximaal beschikbare gewicht dat de bestaande vloeren konden dragen. Deze was beperkt, waardoor toepassing van steenachtige wanden met dezelfde stevigheid en molestbestendigheid niet mogelijk bleek. Er moest dus snel gebouwd kunnen worden met lichtgewicht én brand- en geluidwerende wanden die molestbestendig zijn, er vriendelijk uitzien en in het gebruik snel en eenvoudig te herstellen zijn na schade.

Toekomst

Op basis van dit concept willen wij in de toekomst verder, weet Jeroen Vervoort zeker. Er zullen nog klinieken verbouwd gaan worden de komende tijd. De zorgzwaarte van de cliënten die terugkomen in de kliniek wordt alleen maar groter, verwacht hij.

‘Het unieke van dit project is dat we door de nauwe samenwerking tussen leveranciers, aannemers, gebruiker/opdrachtgever en bouwprocesmanager een blauwdruk hebben neergelegd voor cliëntenkamers binnen de GGZ’, is de conclusie van Machteld van Waveren Hogervorst. De kamers van het Jan Thomeépad zijn naar aanleiding van de ervaringen tijdens de bouw en het gebruik verder door ontwikkeld en verbeterd voor de kamers in de Nieuwe Meer. Iedereen afzonderlijk voelde zich verantwoordelijk voor een goede oplossing. De GGZ kent specifieke eisen waaraan haar kamers moeten voldoen. Die kennis had het projectteam gezamenlijk in huis. Alle leden hebben hun specifieke kennis en ervaring ingebracht en zijn boven hun eigen vakgebied uitgestegen. Van Waveren Hogervorst is hier trots op: ‘We zijn een goed team gebleken en hebben met veel plezier en respect voor elkaar samengewerkt!’

Samenwerkende partijen:

Opdrachtgever: Arkin
Bouwmanagementbureau: Objectum BV
Bouwopzichter: BOAG
Bouwcombinatie: Heddes Bouw & Ontwikkeling
Werktuigbouwkundig installateur: Limpid Blue
Elektrotechnisch installateur: SDR Elektrotechniek
Afbouwbedrijf: Velta Totaalprojecten (tevens Faay Expert)
Leverancier wanden: Faay Vianen B.V.